Landelijke monitor studentenhuisvesting 2025: Student geeft kamerzoektocht op
Als gevolg van het aanhoudende en nijpende kamertekort op de studentenhuisvestingsmarkt kunnen steeds minder Nederlandse studenten op kamers. Acht jaar geleden woonde nog 52% van de Nederlandse hbo- en wo-studenten op kamers. Dit percentage is de afgelopen jaren steeds verder gedaald naar 44% in dit jaar. Ook is het aantal studenten dat zegt op kamers te willen de laatste acht jaar gedaald van 59% naar 49%. Kences ziet dat studenten de hoop opgeven om een kamer te kunnen bemachtigen.
Deze cijfers komen uit de nieuwe Landelijke Monitor Studentenhuisvesting (LMS), een samenwerking van Kences en het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, uitgevoerd door ABF-research.
Minder studenten op kamers vermindert toegang tot onderwijs en welzijn student
Jolan de Bie, directeur van Kences: “Als steeds minder studenten uitwonend zijn, beperkt dat de toegankelijkheid van het onderwijs. Als je niet uit huis kunt, betekent dit in de regel langer reizen of een andere studie moeten kiezen omdat de reisafstand te groot is.” Ze vervolgt: “Studenten die geen woning vinden en daarom bij hun ouders blijven wonen, missen bovendien een belangrijk deel van hun sociaal emotionele ontwikkeling die cruciaal is voor jongeren in deze levensfase. Maar ook de ervaring dat je (deels) buiten het studentenleven staat kan een gevoel van isolatie en een lager zelfbeeld geven.” Tenslotte wijst De Bie erop dat het voor studenten een stuk moeilijker wordt om een uitgebreid netwerk op te bouwen als je thuis woont. Dit beperkt later ook je kansen op de arbeidsmarkt.
Een belangrijke reden van de toenemende krapte op de studentenhuisvestingsmarkt is het toenemend aantal internationale studenten. De Bie: “Het feit dat Nederland een groot tekort aan studentenhuisvesting heeft, werkt ook remmend op het binnenhalen van internationaal talent. Onze buurlanden kunnen deze huisvesting vaak wel garanderen waardoor Nederland een steeds slechtere concurrentiepositie krijgt.”
17.800 minder studenten in particuliere studentenkamers
Het afgelopen jaar is de krapte op de studentenhuisvestingsmarkt flink toegenomen omdat het totale aanbod is afgenomen. Er werden ongeveer 5.000 studentenkamers bijgebouwd. Maar daar tegenover staat dat het aantal studenten dat in een particuliere huurwoning woont het afgelopen jaar met 17.800 is afgenomen. Hierdoor krimpt het totaal aantal beschikbare kamers. Het aanbod in de 19 studiesteden wordt geschat op 322.400 studentenkamers. Daarmee ligt het aanbod naar schatting 13.500 wooneenheden lager dan in het collegejaar ’23-’24.
Het aantal verkopen van particuliere studentenkamers neemt nog steeds toe en daarmee lijkt de piek van de verkoop nog niet bereikt. Volgens het Kadaster zijn zowel de verscherpte regelgeving als de overdrachtsbelasting, de invoering van de opkoopbescherming, de invloed van onderdelen van de Wet betaalbare verhuur en de box 3-regels reden tot verkoop.
Wat zijn de oplossingen op korte termijn om erger te voorkomen?
Jolan de Bie: “Het toestaan van tijdelijke contracten voor alle studenten helpt om de verhuur aan studenten te stimuleren. Daarnaast roepen we gemeentelijke overheden op om het woningdelen tot en met drie of vier personen vergunningsvrij toe te staan. De tijd van het overlastargument is wat mij betreft voorbij. We kampen in Nederland met een brede wooncrisis en woningdelen tot en met drie personen leidt niet tot extra overlast, mits er gestuurd wordt op doelgroepen. Dit kan binnen de huidige wet- en regelgeving en zorgt direct voor het beter benutten van de bestaande voorraad. Ook kunnen particuliere verhuurders hiermee makkelijker een beter rendement behalen via het nieuwe puntenstelsel voor onzelfstandige eenheden waardoor het beleggen in studentenhuisvesting weer aantrekkelijk wordt.”
Prognose naar boven bijgesteld
De prognose van het kamertekort is dit jaar naar boven bijgesteld: 26.000 tot 63.200 in 2032-3033. Dit ondanks de voorspelling dat het toekomstig aantal studenten daalt als gevolg van de methodewijziging van de referentieramingen van OCW. De prognose van het kamertekort is naar boven bijgesteld, vooral vanwege de aanhoudende verkoop van particuliere studentenkamers.
Tekortcijfer uitgelegd
Het tekort aan studentenkamers is 21.500. Dit cijfer vraagt om uitleg. Het tekortcijfer is het gemeten aanbod minus de vraag naar studentenhuisvesting. Maar het verlaagde percentage Nederlandse studenten dat aangeeft uitwonend te willen zijn als gevolg van de grote krapte op de markt, zorgt ervoor dat het ervaren tekort flink hoger ligt dan het theoretische tekort. Bovendien zitten in het aanbodcijfer ook een deel van de studentenkamers die worden bewoond door afgestudeerde studenten die niet door kunnen stromen naar andere woningen: 57% van de studenten blijft langer dan een jaar na het afstuderen nog in de studentenkamer wonen. Daarnaast zijn de thuiswonende mbo studenten met een uitwonende wens niet opgenomen in het tekortcijfer.
Direct naar de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2025





